Bidden voor het eten

Dit keer aandacht voor een van de leukste (vind ik zelf) en sierlijkste (ook dat is persoonlijk) roofvogels van ons land: de torenvalk (Falco tinnunculus). Voor velen wel bekend neem ik aan, want het is een heel algemeen voorkomende vogel. Hoewel ook deze vogel in aantal afneemt. Was de torenvalk vroeger de meest voorkomende roofvogel in ons land, tegenwoordig moet hij zijn eerste plek afstaan aan de buizerd. Sinds 1990 is er zelfs sprake van een gestage afname van het aantal broedparen. Deze vroeger zo kenmerkende vogel van het oer-Hollandse landschap wordt dus langzamerhand ook in het voortbestaan bedreigd, zoals zoveel soorten. 

 

 

Nestkasten

Aan nestgelegenheid zal het toch niet liggen, lijkt mij. Je ziet immers overal wel die typische halfopen nestkasten op palen in het veld staan en de torenvalk stelt verder weinig eisen aan zijn huisje. Die kasten doen me denken aan mijn jeugd toen we in de boomgaard van Cyriel Dellaert aan de Kreekdreef ook een nestkast opgehangen hadden. We hebben daar verschillende malen een succesvol broedsel gehad. Vooral het ringen van de jongen door George Sponselee vond ik toen een bijzondere gebeurtenis als je zo’n klein scharminkeltje in je handen hebt. Enkele jaren geleden hebben we in mijn huidige woonplaats drie nestkasten opgehangen, maar helaas heeft dit nog niet tot een broedgeval geleid. En er lijkt me genoeg te eten in de omgeving, zeker omdat de torenvalk een opportunist is. Want naast (woel)muizen doet hij zich ook te goed aan kleine vogeltjes, flinke insecten en vette regenwormen. Kijk maar op een van de foto’s. 

 

 

Bidden

Het meest kenmerkende van de torenvalk is toch wel het bidden, ook wel wiekelen genoemd: stilhangen in de lucht met de kop in de wind en de blik strak naar beneden gericht op zoek naar een prooi. Een hele kunst, dat bidden, en het vergt ook veel energie van het beestje. Waarom doet een torenvalk dit eigenlijk? De reden is vrij eenvoudig, een torenvalk slaat over het algemeen prooien op de grond en kan dit alleen vanuit een stilstaande positie. Anders dus dan bijvoorbeeld een slechtvalk, die prooien in de lucht slaat. Of een sperwer of havik die aan komt stormen en een vogel letterlijk uit de lucht plukt. Een torenvalk kan dat niet, dat is evolutionair zo gegroeid. Hij moet dus vanaf een zekere hoogte naar beneden kunnen kijken om zijn prooi te ontdekken. En bij gebrek aan een hoge paal doet hij dit door middel van bidden. Overigens wil een torenvalk ook wel eens vogels in de vlucht slaan, maar zijn voorkeur ligt toch bij grondprooien.

 

 

Prooivogels

Over waar de term bidden vandaan komt zijn de meningen verdeeld.  Enerzijds wordt een link gelegd naar het moment van rust wat mensen tijdens het bidden nemen voordat ze gaan eten. Het bidden van de torenvalk wordt ook als een moment van rust en concentratie gezien, voordat hij de prooi slaat. Anderzijds hanteert men de link naar de Engelse term voor roofvogels, namelijk birds of prey (letterlijk prooivogels). (Een term die mij overigens meer aanspreekt dan roofvogels. Deze soorten roven immers niks, maar zijn afhankelijk van prooien voor hun voedselvoorziening.) Het Engelse woord prey lijkt qua uitspraak hetzelfde als het woord pray wat bidden betekent. Het zou dus ook een verkeerde vertaling vanuit het Engels kunnen zijn en dat lijkt me de meest geloofwaardige verklaring. Overigens is de torenvalk zeker niet de enige vogel die bidt voordat hij een prooi vangt. De buizerd (Buteo buteo) doet dit ook, evenals zijn familielid de ruigpootbuizerd (Buteo lagopus), een zeldzaamheid die je in de winter wel in ons land kunt tegenkomen. Maar ook de visarend (Pandion haliaetus), de ijsvogel (Alcedo atthis), de klapekster (Lanius excubitor). Ze bidden allemaal voor het eten, zij het kortstondiger en niet zo frequent als de torenvalk.

 

 

6 millimeter

Het bidden kan overigens alleen als het waait. Bij echt windstil weer is het niet mogelijk voor de torenvalk om te bidden en zal hij genoodzaakt zijn om op een andere manier te jagen, bijvoorbeeld door een vogeltje uit de lucht te slaan of toch vanaf een uitkijkpost de naaste omgeving in de gaten te houden. Als de torenvalk bidt, bewegen zijn vleugels al naar gelang de windsnelheid sneller of trager. Hij vliegt als het ware met de zelfde snelheid als de wind, maar dan tegen de wind in, zodat hij per saldo op de zelfde plaats blijft. Zijn staart gebruikt hij als rem. Daarom zie je soms ook dat hij zijn vleugels even stil heeft, de windsnelheid is dan zodanig dat hij alleen door zijn staart te gebruiken voldoende afgeremd wordt om te blijven hangen. Knap hoor, wij mensen hebben daar computers, vernuftige machines en veel energie voor nodig om het zelfde resultaat te bereiken in een helikopter bijvoorbeeld. De torenvalk doet dit zelfs zo knap, dat alles aan dat ranke lijfje beweegt tijdens het bidden, behalve zijn kop. Wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat zijn kop hooguit 6 millimeter beweegt. Zo kan hij gefocust blijven op de prooi op de grond.

 

 

Schel klinkende valk

De herkomst van de naam van de torenvalk is niet zo moeilijk. Vroeger broedde de vogel voornamelijk in torens en hogere gebouwen. Niet zo hoog als de slechtvalk overigens, die van oorsprong op bergwanden zijn nest had. En bij gebrek daar aan zoekt hij nu het alternatief bij hoge gebouwen en hoogspanningsmasten, al dan niet in een halfopen nestkast. Ook de torenvalk heeft de torens als nestgelegenheid vrijwel verlaten en broedt voornamelijk in – door de mens aangebrachte – nestkasten. Maar af en toe kiest er nog wel eens eentje een (kerk)toren uit of wordt er een oud kraaiennest gebruikt. De wetenschappelijke naam Falco tinnunculus betekent schel klinkende valk, wat refereert aan het geluid wat de torenvalken in de paartijd voortbrengen. 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Bronnen:

 

Dit bericht heeft 6 reacties

    1. Theo

      Dank voor je reactie Tim. Ik had inmiddels ook al iets van dat onderzoek gevonden. De desbetreffende paragraaf heb ik verwijderd om verwarring te voorkomen.

  1. Annet

    Echt heel mooi en leerzaam blog Theo. Ik heb er weer van genoten ♡

  2. Marjolein Stam

    Ook dit weer erg interessant!
    Een torenvalk heet in het Frysk een reade wikel en ik ben het altijd een wikeltje blijven noemen. Geloof dat de naam wat met molenwieken van doen heeft, waar hij graag op de uitkijk zit 😉

  3. Anne Mieke

    mooi interressant stuk en mooie foto’s van de valkjes

Geef een reactie