Het belang van bomen (deel 1)

Onlangs was ik gevraagd om een korte lezing te geven voor IVN Groningen-Haren over het belang van bomen. Het was tijdens een voorlichtingsavond over Tiny Forests, ofwel kleine bosjes. Deze lezing inspireerde mij om een blogje te schrijven over bomen. Twee blogjes zelfs, want net als bij mijn lezing maak ik een onderscheid tussen het belang van bomen voor de biodiversiteit en voor de mens. Het eerste komt nu aan bod en het tweede in mijn volgende blog. Het belang van bomen voor de biodiversiteit is eigenlijk een beetje verwarrend, want bomen zijn natuurlijk ook onderdeel van de biodiversiteit. Dat begrip omvat immers de mate van verscheidenheid aan levensvormen binnen een bepaald gebied. Dat gebied kan heel klein zijn, zoals je eigen tuin, maar ook – enorm – groot en zelfs de hele aarde omvatten. Bomen dragen niet alleen bij aan de biodiversiteit, maar ze zijn er ook een integraal onderdeel van.

Nesten

Bij bomen en biodiversiteit denken we vaak als eerste aan vogels. Zij zitten immers graag in bomen en veel soorten bouwen ook hun nest in een boom. Dat kunnen hele simpele nestjes zijn, zoals die van een houtduif (Columba palumbus), vernuftige bolnestjes zoals van de winterkoning (Nannus tryglodytus) tot flinke nesten als die van de blauwe reiger (Ardea cinerea) uit mijn vorige blog. Denk ook aan de gigantische nesten die de zeearend (Haliaeetus albicilla) kan maken. Stevige bouwwerken die een diameter van meer dan twee meter kunnen hebben en ook net zo hoog kunnen zijn. Je begrijpt dat dit dan ook alleen maar mogelijk is in een stevige boom. Er zijn ook vogels die letterlijk ín een boom broeden. Bijvoorbeeld de spechten, die met hun snavel een hol in de boom hakken. Dat nest wordt later vaak weer gebruikt door holenbroeders als de koolmees (Parus major) of pimpelmees (Cyanistes caeruleus), maar ook de boomklever (Sitta europaea) profiteert van deze holen. De bosuil (Strix aluco) broedt ook in een boomholte, maar dan een die op natuurlijke wijze is ontstaan. Boomkruipers (Certhia brachydactyla) maken hun nest achter loszittende boombast of tussen klimopbegroeiing. Maar niet alleen vogels maken hun nest in bomen. Dezelfde holtes waar een bosuil zijn nest in maakt, worden ook gebruikt door boommarters (Martes martes) en eekhoorns (Sciurus vulgaris) om hun kroost in groot te brengen. De eekhoorn maakt overigens ook bolnesten in bomen van takjes, twijgjes en bladeren. Sommige vleermuissoorten gebruiken ook boomholtes of open ruimtes achter schorsplakken als kraamkamer.

Aantallen insecten

Bomen zijn heel belangrijk voor insecten. De afbeelding hiernaast wordt vaak gebruikt om aan te geven hoeveel insectensoorten op verschillende boomsoorten kunnen voorkomen. De absolute winnaar is de wilg (Salix) met 450 soorten, op de voet gevolgd door de zomereik (Quercus robur) en wintereik (Quercus petraea) met 423 soorten insecten. Een goede derde zijn de zachte berk (Betula pubescens) en ruwe berk (Betula pendula) waar zo’n 334 insectensoorten op te vinden zijn. Deze aantallen zijn gebaseerd op een Brits onderzoek door Kennedy en Southwood in 1984. Onderaan dit blogje heb ik het complete lijstje van dit onderzoek opgenomen, waarbij je ook zult zien dat het plaatje hiernaast verre van compleet is. Er zijn veel meer belangrijke bomen en struiken voor insecten. De meidoorn (Crataegus monogyna) bijvoorbeeld, goed voor 290 soorten. En de populieren (Populus) die 189 soorten insecten aantrekken. In 2002 hebben de Duitsers Brändle en Brandl een soortgelijk onderzoek gedaan in Duitsland, met als resultaat de zelfde top drie, maar met veel hogere aantallen. Namelijk 728 voor de wilg, 699 voor de eiken en 499 soorten voor de berken. Dat er in Duitsland meer soorten gevonden zijn op de bomen komt onder meer door het feit dat het Verenigd Koninkrijk een eiland is en er dus minder migratie is vanuit omringende landen. Bij ons zullen de aantallen dan ook hoger zijn dan die in het overzicht hiernaast en dat van Kennedy en Southwood, maar lager dan dat van Brändle en Brandl.

Voedsel voor insecten

De insecten zitten om verschillende redenen op bomen. De voornaamste is natuurlijk als voedselbron. Dat begint met het afzetten van eitjes. Bijvoorbeeld nachtvlinders die bomen als waardplant gebruiken. Zij zetten hun eitjes af op de boom, waarna de rupsen zich tegoed doen aan onder meer vers jong blad. Zoals de grote wintervlinder (Erannis defoliaria). Maar rupsen eten ook andere onderdelen van de bomen, zoals de wilgenhoutrups (Cossus cossus) die zich een weg door het hout vreet. Of de rups van bijvoorbeeld het zwart beertje (Atolmis rubricollis), die leeft van korstmossen en algen op bomen. Ook andere insecten gebruiken bomen als waardplant voor hun nageslacht, bijvoorbeeld de zeldzame kastanjesnuitkever (Curculio elephas), die ik in 2023 op het laken had. Het vrouwtje boort met haar wat apart gevormde snuit kleine gaatjes in de een onrijpe vrucht van de tamme kastanje of eik en legt daar haar eitje in. De larve voedt zich vervolgens met het zachte binnenste van de vrucht. De vrouwtjes van galwespen leggen hun eitjes in de bladeren, waarna een gal ontstaat. Dat is een woekering in het blad, waarin de larven zich verder ontwikkelen. Ook heel veel wantsen, zoals de groene schildwants (Palomena prasina) zuigen met hun steeksnuit sappen uit de bladeren. En zo zijn er nog veel meer voorbeelden op te noemen van insecten die bomen als voedingsbron gebruiken.

Voedsel voor andere soorten

Niet alleen is de boom een voedselbron voor vele insecten, ook andere dieren doen zich te goed aan de onderdelen van een boom. De vruchten, zoals bessen, zijn een lekkernij voor veel vogels en andere diersoorten. De boommarter eet in de nazomer en herfst bijvoorbeeld graag bessen. Eikels en noten worden gegeten door onder meer de gaai (Garrulus glandarius), eekhoorn en bosmuis (Apodemus sylvaticus). En waar vele insecten en andere ongewervelden de boom als voedselbron gebruiken, vormen zij zelf ook weer voedsel voor andere diersoorten. Denk aan de vele vogels die de rupsen van nachtvlinders zoals de kleine wintervlinder (Operophtera brumata) of de groene eikenbladroller (Tortrix viridana) als stapelvoedsel voor hun jongen gebruiken. En dan zijn er ook nog de talloze spinnetjes, pissebedden, keverlarven et cetera die in de vogelmagen verdwijnen. Het is een kwestie van eten en gegeten worden.

Schuilen

Bomen worden ook door veel dieren als schuilplaats gebruikt. Zo verschuilen insecten zich tussen de bladeren of in openingen in het schors. Of ze gebruiken hun camouflagekleuren om overdag onopvallend op een boomstam of tussen de afgevallen bladeren te zitten, zoals veel nachtvlinders doen. Kijk maar naar de meidoornuil (Allophyes oxyacanthae) op een van de foto’s hieronder. Ook vogels gebruiken bomen om te schuilen. Ransuilen (Asio otus) bijvoorbeeld, die soms in grote groepen overdag in een boom slapen, ook wel roesten genoemd. Het liefst een groenblijvende boom, zoals een thuja, of een boom met veel klimop. Dagvlinders, zoals de kleine vos (Aglais urticae) en dagpauwoog (Aglais io), overwinteren in holtes in bomen en achter loszittende plakken boomschors. Afgevallen blad vormt de schuilplaats voor vele tientallen soorten dieren, denk bijvoorbeeld aan kikkers en padden, egels, muizen maar ook allerlei ongewervelden als pissebedden, oorwurmen, slakken en spinnen.

En nog meer…

Bomen worden niet alleen gebruikt om te nestelen, als voedsel of om te schuilen. Bomen hebben bijvoorbeeld ook een functie als ecologische stapsteen. Denk onder meer aan vleermuizen, die – rijen met – bomen gebruiken om zich te oriënteren en bijvoorbeeld van hun slaapplek naar hun foerageergebied te vliegen. Of voor eekhoorns die via bomen van het ene naar het andere gebied migreren. Zij verplaatsen zich immers het liefst door de bomen in plaats van over de grond. Dagvlinders als de koninginnenpage (Papilio machaon) en grote weerschijnvlinder (Apatura iris) gebruiken bomen voor het zogenaamde hill-topping. In mijn blogje over de koninginnenpage kun je hier meer over lezen. De vrouwtjes van de houtpantserjuffer (Chalcolestes viridis) zetten hun eitjes af onder de bast van houtige takken die over (of vlakbij) het water hangen. Zodra de larven uit de eitjes komen zoeken die het water op. Andere libellen gebruiken een boom graag als uitkijkpost om de omgeving af te speuren naar prooien, maar ook om uit te kijken naar vrouwtjes (om te paren) en uiteraard mannelijke indringers in hun gebied.

Dood hout leeft!

Niet alleen levende, maar ook dode bomen zijn belangrijk voor de biodiversiteit. Staande dode (of afstervende) bomen zijn voor spechten ideaal om hun nestholtes in uit te hakken, maar ook om insecten in te zoeken. Bijvoorbeeld keverlarven zoals van de gevlekte smalboktor (Leptura quadrifasciata) die zich een weg vreten door (half) vermolmd hout. Maar ook liggend dood hout levert een belangrijke bijdrage aan de biodiversiteit. Daarom is het ook goed om dode bomen in het bos te laten liggen. Want een dode boom of tak kan nog jarenlang, zelfs eeuwenlang als voedselbron dienen voor ongelooflijk veel dieren. En schimmels niet te vergeten. Heel veel schimmels komen namelijk uitsluitend voor op dood hout en dragen zorg voor het omzetten van het hout naar waardevolle voedingsstoffen. Denk aan al die paddenstoelen die op dode bomen en takken zitten, zoals de houtknotszwam (Xylaria polymorpha). En zo leeft er nog veel meer van dood hout. Kijk maar eens op de tekening hiernaast van Jeroen Helmer van ARK Rewilding met allerlei voorbeelden van het belang van dood hout. Vroeger werden dode bomen en takken zo snel mogelijk verwijderd uit de bossen. Per hectare bos (10000 m2) was er amper een halve kubieke meter dood hout te vinden Gelukkig is dat sinds de jaren zeventig van de vorige eeuw veranderd. Dood hout mag blijven liggen, de hoeveelheid hout steeg naar gemiddeld tien kuub per hectare. In de relatief jonge bossen in Nederland zou dertig tot veertig kuub dood hout een hele mooie stap voorwaarts zijn.

En zo valt er nog veel meer te schrijven over het belang van bomen voor de biodiversiteit. Alleen al over dit onderwerp zou ik heel veel blogjes kunnen vullen. Volgende keer ga ik in op het belang van bomen voor de mens.


Bronnen en meer informatie:

Aantal insectensoorten op bomen (Kennedy & Southwood, 1984)

Wetenschappelijke naamNederlandse naamAantal soorten
Salix (5 spec.)Wilg450
Quercus (2 spec.)Eik423
Betula (2 sec.)Berk334
Crataegus mongynaEenstijlige meidoorn209
Populus (4 spec.)Populier189
Pinus sylvestrisGrove den172
Prunus spinosaSleedoorn153
Alnus glutinosaZwarte els141
Ulmus (2 spec.)Iep124
Malus sylvestrisWilde appel118
Corylus avellanaHazelaar106
Fagus sylvaticaBeuk98
Picea abiesFijnspar70
Fraxinus excelsiorEs68
Sorbus accupariaWilde lijsterbes58
Tilia (2 spec.)Linde57
Acer campestreSpaanse aak51
Carpinus vetulusHaagbeuk51
Acer pseudoplatanus *Gewone esdoorn43
Larix decidua *Larix38
Juniperus communisJeneverbes32
Castanea sativa *Tamme kastanje11
Ilex aquifoliumHulst10
Aesculus hippocastanum *Witte paardenkastanje9
Juglans regia *Okkernoot7
Taxus baccaratTaxus6
Quercus ilex *Steeneik5
Robinia pseudoacacia *Valse acacia2
* = geïntroduceerde soorten

Noot: In dit overzicht van Kennedy & Southwood ontbreekt de Amerikaanse eik (Quercus rubra). Zij hebben deze destijds niet meegenomen in hun onderzoek en ook Brändl & Brandl niet. In Nederland is de geringe waarde van de Amerikaanse eik voor inheemse insecten door E.J. Weeda et al benoemd in de ‘Nederlandse oecologische flora. Wilde planten en hun relaties’ (1985).

Dit bericht heeft 6 reacties

  1. Peter

    Hallo Theo, wat een mooie uitsmijter. Informatief en leerzaam. Dank je wel. Mooie jaarwisseling en veel gezondheid en inspiratie in 2025.

  2. Ellen

    Heel veel dank weer voor al je goede informatie.
    Ik ging met mijn gedachten meteen weer terug naar mijn schooltijd van lang geleden. Toen was mijn eindscriptie “het belang van bomen voor de samenleving”.
    Dankjewel voor al je goede wensen voor 2025.
    Voor jou ook een gelukkig en bovenal gezond 2025 gewenst.
    Groetjes Ellen

    1. Theo

      Dank je Ellen! Wat een leuk onderwerp van die eindscriptie. Dan zul je in dit en het volgende blogje zeker een en ander herkennen.

  3. Mary van der Es

    Dag Theo,

    Wat een goed stuk over bomen zeg!
    Top.
    Zo heb ik weer veel bijgeleerd.

    ook ik wens jou alle goeds voor 2025 toe.

    Groetje,

    Mary

Geef een reactie