Onbekend maakt onbemind

Nachtvlinders vormen voor veel mensen een heel erg onbekend terrein. Wat logisch is want de beestjes zijn, zoals de naam al doet vermoeden, voornamelijk ‘s nachts actief. In de volksmond heeft men het dan al gauw over “motten”, vermoedelijk niet wetende dat er van deze groep vlinders maar liefst 2400 verschillende soorten in Nederland voorkomen. Daar wordt dan weer een onderverdeling gemaakt in macro’s met circa 900 vertegenwoordigers en micro’s met de overige 1500 soorten. Het verband tussen de term nachtvlinder en het ‘s nachts actief zijn gaat overigens ook niet altijd op. Ruim honderd soorten nachtvlinders zijn juist overdag actief. Bekende soorten daarvan zijn de gamma-uil (Autographa gamma), de sint-jansvlinder (Zygaena filipendulae) en de kolibrievlinder (Macroglossum stellatarum), een soort die als een kolibrie met heel snelle vleugelslag voor de bloemen blijft zweven en met zijn lange roltong de nectar opneemt. Wil je meer weten over het verschil tussen dag- en nachtvlinders, lees dan het blogje wat ik hierover geschreven heb.

Tussen al deze nachtvlinders zitten hele kleintjes (die dan soms weer geen microvlinder zijn) tot serieuze flinke vlinders als de wilgenhoutrups (Cossus cossus) met een voorvleugellengte van wel 42 mm of de windepijlstaart (Agrius convolvuli) die tot wel 55 mm kan reiken.

Van die 2400 soorten zijn sommigen erg saai gekleurd, maar er zijn ook heel veel prachtig gekleurde vlinders die niet onderdoen voor hun daggenoten. Hieronder vind je een een overzicht van alle nachtvlinders die ik tot nu toe op de foto heb gezet. De foto’s staan op alfabetische volgorde van de soortnaam. Als eerste de macronachtvlinders en dan de micro’s.

Bij sommige afbeeldingen hieronder staan twee Nederlandse en wetenschappelijke namen aangegeven, namelijk bij de halmrupsvlinder/weidehalmuiltje (Mesapamea secalis/secalella) en bij de schijnsparspanner/sparspanner (Thera britannica/variata). Dit zijn zogenaamde dubbelsoorten. Deze soorten lijken heel erg op elkaar. Bovendien is de vleugeltekening erg variabel en daardoor een slechte indicator voor de specifieke soort. Alleen met genitaliënonderzoek is vast te stellen welke van de twee soorten het betreft. Dat gaat me toch een stapje te ver.

Wil je meer weten over nachtvlinders en hoe je ze kunt observeren? Kijk dan op de blogjes die ik hierover heb geschreven. 

Macronachtvlinders

Micronachtvlinders