Polyfaag betekent dat het dier meerdere soorten organismen eet en dus weinig kieskeurig is. Bijvoorbeeld de rups van het boomblauwtje dat onder meer vuilboom, klimop, heide, hulst, wegedoorn en kattenstaart als waardplant heeft.

Oligofaag betekent dat het dier alleen soorten uit een bepaalde familie of geslacht eet. Bijvoorbeeld de rups van het klein en groot koolwitje die kruisbloemigen als waardplant hebben, zoals allerlei koolsoorten, koolzaad en oost-indische kers.

Monofaag zijn soorten die volledig afhankelijk zijn van één plant. Daardoor zijn ze erg kwetsbaar, want als de plant verdwijnt, verdwijnt ook de soort. Een voorbeeld is het landkaartje die uitsluitend de grote brandnetel als waardplant heeft. Gelukkig is deze plant niet zeldzaam.