Over jonkvrouwen en draken

Het libellenseizoen is in volle gang. Zo medio april barst het los en komen deze wonderschone schepselen tevoorschijn. Sommigen met tengere, ranke lijfjes, anderen zijn hele forse, zwaargebouwde, brommende helikopters. De tere vleugels en het kopje met die enorme facetogen. De dunne pootjes waarmee ze zich vasthouden aan een blad of een takje. De prachtige kleuren van de hele regenboog. En de manier waarop ze vliegen en zweven. Libellen hebben ook wel iets buitenaards en tegelijk prehistorisch. Fascinerende beestjes.

Libelle of juffer

De term libellen is overigens een beetje dubbel want de orde van de libellen (Odonata) is verdeeld in twee onderorden, namelijk de juffers (Zygoptera) en de ‘echte’ libellen (Anisoptera). In Engeland noemen ze deze respectievelijk damselflies (letterlijk jonkvrouwvliegen) en dragonflies (drakenvliegen). In de naam schuilt al het uiterlijke verschil van de twee. De damselflies zijn tenger, fragiel en bewegen zich als ware juffertjes. De dragonflies daarentegen zijn groot en stevig, echte draken.

Gelijkvleugeligen

De juffers kennen we als de ranke, slanke libellen zoals het lantaarntje (Ischnura elegans), de blauwe breedscheenjuffer (Platycnemis pennipes) en de prachtige weidebeekjuffer (Calopteryx splendens). Zij hebben een dun, lang achterlijf en hun vleugels hebben alle vier dezelfde vorm. Vandaar ook de wetenschappelijke naam Zygoptera van deze groep, die ‘gelijkvleugeligen’ betekent. Als juffers in rust zijn, klappen ze hun vleugels meestal langs of boven het achterlijf, je zult ze dus zelden met gespreide vleugels zien zitten. Een ander opvallend punt is dat de ogen aan de zijkanten van hun kop geplaatst zijn en elkaar niet raken. Als je vanaf de voorkant kijkt zie je dus echt twee bolle facetogen aan beide zijden van het kleine kopje.

Vijver

Tot de onderorde van de juffers horen onder meer de families van de beekjuffers (Calopterygidae), pantserjuffers (Lestidae) en de waterjuffers (Coenagrionidae). De term waterjuffer wordt soms ook wel eens ten onrechte voor de juffers gebruikt. “De” waterjuffer bestaat echter niet, er zijn wel soorten met waterjuffer in de naam, zoals de heel algemeen voorkomende variabele waterjuffer (Coenagrion pulchellum) en de azuurwaterjuffer (Coenagrion puella). Beide soorten kun je onder andere in je vijver tegenkomen.

Ongelijkvleugeligen

Als de juffers gelijkvleugeligen zijn, dan zullen de echte libellen vast de ongelijkvleugeligen zijn. En dat klopt. De vier vleugels zijn niet gelijkvormig, maar de achtervleugels zijn aan de basis breder dan de voorvleugels. Die vier vleugels houden ze overigens, in tegenstelling tot de juffers, meestal gespreid of zelfs een beetje schuin naar beneden. Maar zelden langs of boven het achterlijf zoals de juffers doen. De echte libellen zijn ook een stuk forser en steviger. Ze hebben niet dat lange dunne achterlijf als de juffers, bij hen is dat een stuk breder. Bovendien hebben deze echte libellen grote ogen voor op de kop, die elkaar – bijna – raken. Tot de echte libellen horen de families van de glazenmakers (Aeshnidae), rombouten (Gomphidae), bronlibellen (Cordulegastridae), glanslibellen (Corduliidae) en korenbouten (Libellulidae). Overigens vormen de rombouten een uitzondering op de regel dat de ogen van libellen elkaar – bijna – raken. Bij deze familie staan ze een eind uit elkaar, zoals bij de beekrombout (Gomphus vulgatissimus).

Vuurjuffer of vuurlibel

Mooie en sprekende voorbeelden om het verschil tussen een juffer en libel aan te tonen – en meteen een spraakverwarring te veroorzaken – zijn de vuurjuffer (Pyrrhosoma nymphula) en vuurlibel (Crocothemis erythraea). Beide soorten komen in ons land voor en zijn overwegend roodgekleurd.

Vuurjuffer

De vuurjuffer behoort tot de familie van de waterjuffers. Het is een heel algemeen voorkomende soort, die je in het hele land kunt tegenkomen. Een van de eerste libellen die je in het voorjaar ziet, ze vliegen van eind maart tot begin september met als hoogtepunt de maanden mei en juni. De vuurjuffer is vrij groot, voor jufferbegrippen in ieder geval: tot wel 35 millimeter lichaamslengte. Het achterlijf is rood, waar de juffer ook zijn naam aan te danken heeft. De pterostigmata, dat zijn de vlekjes op de vleugelvoorrand, zijn donkergrijs tot zwart. De vuurjuffer zou je kunnen verwarren met de koraaljuffer (Ceriagrion tenellum), die echt een vuurrood achterlijf heeft. Maar deze heeft ook lichtrode tot oranje poten en die van de vuurjuffer zijn zwart. Op de foto’s in de galerij hieronder kun je goed het verschil tussen de vuurjuffer en koraaljuffer zien.

Vuurjuffer (Pyrrhosoma nymphula

Koraaljuffer (Ceriagrion tenellum)

Vuurlibel

De vuurlibel hoort tot de familie van de korenbouten. Andere vertegenwoordigers van deze grote familie zijn onder meer de heidelibellen (waar ik eerder een blog over schreef), platbuik (Libellula depressa) en de zeldzame sierlijke witsnuitlibel (Leucorrhinia caudalis). De vuurlibel is met 35 tot 45 mm net een slagje groter dan de vuurjuffer. Het achterlijf is vrij breed. Alles aan deze libel is rood gekleurd, van ogen tot achterlijf en van poten tot borststuk. Behalve de vleugels, alhoewel ook de aders roodbruin van kleur zijn. In de basis van de achtervleugels, dus vlakbij het lijf, zit een oranje vlek. De pterostigmata zijn vrij groot en geelgekleurd met zwarte randen.

Dus zeg niet zomaar libel als je er volgende keer een ziet vliegen. Je zou wel eens een juffer diep kunnen beledigen.

Bronnen:

  • Bos F., Wasscher M., Reinboud W. – Veldgids Libellen – KNNV Uitgeverij – zesde druk – 2012
  • www.vlinderstichting.nl

Dit bericht heeft 22 reacties

  1. Wim

    Altijd fijn om je blog te zien Theo, al lezend zie ik de libelle en vlinders in hun natuurlijke omgeving. Het blijft genieten!

    1. Theo

      Dank je Wim. Zeker blijven genieten, elke dag weer! 🙂

  2. Holy Birman

    Mooi leerrijk blogje. In de tuinvijver sluipen sinds een maand heel wat libellen en juffers uit.

    1. Theo

      Dank je. Leuk dat er zoveel libellen en juffers in de vijver zitten. Hier in onze vijver ook hoor, vooral vuurjuffers.

  3. Anita Coenen

    leuke uitleg, we hebben in de tuin hele ranke “waterjuffers” ze zijn zilverkleurig, wat is de naam van deze beestjes? Kan geen foto toevoegen!?

  4. Ha leuk! Ik zeg vaak “drakenvlieg” tegen een libel 🙂 En ik corrigeer iedereen die ze een damestijdschrift noemt (hoewel het officieel mag). De juffers zijn mooi en vooral de beekjuffers zijn net elfjes <3
    Met plezier gelezen!

    1. Theo

      Dank je Marjolein. Van wie denk je dat ik die drakenvliegjes heb. Van iemand die dagvlinders botervliegjes noemt. In mijn blogje over de weidebeekjuffer noem ik ze ook dansende elfjes 🙂

  5. Ronnie Boley

    Erg informatief en met prachtige foto’s!

  6. Robby Hemelsoet

    Leuk verhaal, weer wat bij geleerd.

  7. Eric

    Erg leuk imformatief Theo. En ik beledig geen juffers hoor. ?

  8. Tonnie

    Prachtig weer. Ga het weer volgen

  9. carla

    Erg leerzaam weer dingen geleerd

Geef een reactie