Vreemde vleugels

In de maand mei organiseer ik dit jaar voor de zesde maal #meimotten. Iedere dag één of meerdere nachtvlindersoorten in het zonnetje op de sociale media. Op 3 mei besteedde ik aandacht aan een groep micronachtvlinders die er een beetje vreemd uitzien: de vedermotten (Pterophoridae). Vooral in rust vallen deze insecten meteen op door hun aparte vorm waardoor je in eerste instantie ook helemaal niet zou denken dat het vlinders zijn. Allereerst hebben ze een vrij lang en slank lichaam. Hun poten zijn ook lang en hebben ietwat vreemde uitsteeksels eraan zitten. Door dat slanke lichaam en die lange poten zou je haast denken dat je met een langpootmug of zo te maken hebt. Maar het zijn toch echt nachtvlindertjes.

Gevederde vleugels

Wat nog het meest in het oog springt zijn de vreemde vleugels. Net als alle andere vlinders hebben ze twee paar voor- en twee paar achtervleugels. Maar er is iets bijzonders mee aan de hand. De vleugels zijn namelijk diep ingesneden, waardoor een soort veren met een brede franje ontstaan. Daar komt ook de naam vedermot vandaan. Je kunt ook vrijwel geen onderscheid maken tussen de voor – en achtervleugel. Maar als je het geluk hebt dat je er een ziet met de vleugels een beetje opengespreid, zie je dat er twee keer drie van deze “veren” te zien zijn. Als ze in rust zitten, dan ziet het er helemaal vreemd uit. Dan vouwen ze hun vleugels samen en houden ze haaks op het lijf zodat er een T ontstaat. Waarschijnlijk doen ze dit om beter gecamoufleerd te zijn in het grasland waar ze vaak voorkomen.

Kruidachtige planten

Dat ze vaak in grasland voorkomen heeft alles te maken met hun waardplanten. Dat zijn namelijk vrijwel altijd kruidachtige planten die in graslanden groeien. Veel van de Nederlandse namen hebben deze soorten dan ook te danken aan hun waardplanten. Zoals overigens bij veel nachtvlindersoorten het geval is. Bijvoorbeeld de streepzaadvedermot (Oxyptilus distans) die met name de eitjes afzet op klein streepzaak (Crepis capillaris). Of de duizendguldenkruidvedermot (Stenoptilia zophodactylus) die het echt duizendguldenkruid (Centaurium erythraea) en het strandduizendguldenkruid (Centaurium littorale) als waardplanten heeft. Sommige soorten zijn erg monofaag, bijvoorbeeld de dwergvedermot (Adaina microdactyla) die uitsluitend het koninginnekruid (Eupatorium cannabinum) als waardplant gebruikt. Anderen zijn juist weer erg polyfaag zoals de scherphoekvedermot (Amblyptilia acanthadactyla), die je op allerlei lage planten kunt aantreffen, zoals munt (Mentha sp.), salie (Salvia sp.), ogentroost (Euphrasia sp.) en valse salie (Teucrium scorodonia), maar ook op verschillende soorten ooievaarsbek (Geranium sp.).

36 soorten

In Nederland komen 36 soorten vedermotten voor. Tweederde deel van deze soorten is zeldzaam tot zeer zeldzaam. Daarnaast zijn er in de afgelopen decennia twee soorten in ons land uitgestorven. Dat zijn de gevlekte vedermot (Hellinsia tephradactyla) en de malrovevedermot (Wheeleria spilodactylus). Ik heb zes soorten op de foto staan, waaronder de monofage en zeldzame zandvedermot (Gillmeria ochrodactyla) op de waardplant boerenwormkruid (Tanacetum vulgare), zie hieronder. Ook de eerder genoemde streepzaadvedermot is een zeldzame soort. Op sommige van de foto’s is een beetje te zien hoe de vleugels opgevouwen zijn. Groot zijn deze vlindertjes overigens niet, de spanwijdte varieert van amper 10 millimeter tot 25 millimeter. Onderaan dit blogje staan meer foto’s van vedermotten.

Nog meer vreemde vleugels

De vedermotten zijn de enigen niet die vreemde vleugels hebben. De waaiermot (Alucita hexadactyla), ook wel zespennig waaiertje of kamperfoeliebloesemmot genoemd, heeft ook van die vreemde vleugels. Alleen vouwt deze de vleugels niet samen in rust maar spreidt ze juist uit. En dan zijn de diep ingesneden vleugeltjes nog beter zichtbaar. Het lijkt net alsof er aan beide kanten tien veertjes uit het lijfje van dit vlindertje steken. Ik schrijf bewust vlindertje, want de spanwijdte is amper anderhalve centimeter.

Dit vlindertje komt algemeen en verspreid over het hele land voor. Hij overwintert als imago en je kunt hem ook wel eens in je huis aantreffen. Wat de waardplant is zal je niet verbazen: de kamperfoelie (Lonicera). Dit geslacht omvat meerdere soorten en daarom wordt de waaiermot niet monofaag genoemd (die dus maar één soort als waardplant heeft) maar oligofaag. Wat betekent dat de rups meerdere planten uit één geslacht of familie als waardplant gebruikt. De rups van de waaiermot eet de meeldraden en stampers van de nog niet geopende kamperfoeliebloemen. En soms graaft de rups gangetjes in de bladeren, zogenaamde mineergangen of mijnen.

Vedermotten

Bronnen en meer informatie:

Geef een reactie