Gezwam

Herfst is paddenstoelentijd. Dat klopt als een zwerende vinger. Als je in dit jaargetijde door het bos loopt (of voor de meer digitaal ingestelde natuurliefhebber: een rondje struint op Facebook) springen de paddenstoelen je tegemoet. Maar net zoals bij de spinnen zie je paddenstoelen niet alleen in de herfst. Met uitzondering van de winter (dan is het blijkbaar te koud) kun je het hele jaar paddenstoelen tegenkomen. Maar – veel – minder dan in de herfst, dat wel. Dus laten we het er maar op houden dat de herfst hét paddenstoelenjaargetijde is. Overigens wordt ook wel eens gesproken over zwammen, dat is hetzelfde als een paddenstoel. Vaak wordt met een paddenstoel de bekende vorm met een hoed en steel bedoeld. Maar er zijn ook genoeg paddenstoelen die de uitgang -zwam hebben, denk bijvoorbeeld aan de overbekende vliegenzwam (Amanita muscaria), de favoriete paddenstoel van een zekere K. Spillebeen. Verwarring alom. Maar als ik het hier heb over paddenstoelen, bedoel ik ook de zwammen.

Vocht en warmte

Een van de redenen dat paddenstoelen in de herfst beter gedijen is de combinatie van een nog redelijk warme bodem, lekkere temperatuur en vocht. Vocht in de grond en vocht in de lucht. Deze elementen zorgen ervoor dat paddenstoelen in de herfst letterlijk uit de grond schieten. Daar, in de bodem, zit immers dat waar het allemaal mee begint: een schimmel. De paddenstoel is namelijk een onderdeel van een schimmel. Net zoals de schimmel die – al dan niet bedoeld – op de kaas tevoorschijn komen. Alleen zijn dat schimmels die geen paddenstoelen vormen. Paddenstoelen zorgen ervoor dat de schimmel zich kan verspreiden, zij zijn de zogenaamde vruchtlichamen. Paddenstoelen bevatten sporen en dat zijn als het ware de zaadjes van de schimmel.

Sporen verspreiden

Die sporen moeten dus op een of andere manier verspreid worden. Anders dan zaden zijn deze microscopisch klein en kunnen dus makkelijk met de wind meewaaien. Tijdens de biologielessen in je jeugd heb je vast wel gehoord van plaatjes- en buisjeszwammen. Bij de een zitten de sporen op lamellen (plaatjes) aan de onderkant van de hoed. De andere heeft buisjes aan de onderkant waar de sporen in zitten. Door de grote oppervlakte van de lammellen en buisjes kunnen er miljoenen sporen op en in zitten. Iets wat met een gladde onderkant van de hoed nooit zou lukken. De sporen komen los van de lamellen en buisjes op het moment dat ze rijp zijn en worden door de wind verspreid. Er zijn ook paddestoelen waarbij de sporen binnenin gevormd worden, bijvoorbeeld de bovisten. Die komen vrij op het moment dat de buitenkant openbarst. De bekende inktzwammen hebben weer een andere manier van hun sporen verspreiden. De “inkt” die je ziet als de paddenstoel rijp is en naar beneden druipt is namelijk niets anders dan een soort papje vol met sporen. Die worden dus niet zo ver verspreid. En dan zijn er ook nog soorten die afhankelijk zijn van dieren om hun sporen te verspreiden, waar onder de stinkzwammen. Die ruiken zo sterk naar dode dieren dat er (aas)vliegen op af komen. De plakkerige sporenmassa blijft dan aan hun poten hangen en wordt zo door de nietsvermoedende vlieg verspreid. En er zijn nog veel meer verspreidingsmethoden voor de sporen.

Win-win-situatie

Net zoals niet ieder zaadje van een plant of boom uitgroeit tot een nieuw exemplaar is het bij sporen ook zo. De plek moet gunstig zijn om tot ontwikkeling te komen. Daarbij is het ook van belang met welke soort schimmel we van doen hebben. Er zijn drie verschillende soorten te onderscheiden die in wetenschappelijke termen parasieten, saprofyten en symbionten worden genoemd. Om met de laatste te beginnen, dat zijn schimmels die in symbiose leven met een plant. Zij helpen elkaar als het ware. De schimmel zorgt ervoor dat de plant of boom makkelijker water en voedingsstoffen kan opnemen en de plant levert suikers aan de schimmel, zodat deze weer verder kan groeien. De plant of boom heeft daar geen beetje last van, sterker nog: hij wordt er alleen maar beter van. Een echte win-win-situatie dus om maar even een modernisme te gebruiken. Overigens als de schimmel afsterft, bijvoorbeeld door bodemverontreiniging, zal de boom uiteindelijk ook het loodje leggen. De afhankelijkheid tussen boom en schimmel is dus enorm groot. Een paar bekende combinaties van bomen en paddenstoelen die in symbiose leven zijn de berk (Betula spec.) en de eerder genoemde vliegenzwam en bijvoorbeeld de eik (Quercus spec.) met de cantharel (Cantharellus spec.). Je zult die paddenstoelen dus ook vaak in de nabijheid van deze boomsoorten vinden.

Funest voor de essen

Er zijn ook schimmels die nogal egoïstisch zijn en alleen maar aan het eigen belang denken. Dat zijn de zogenaamde parasieten. Zij nemen wel, maar geven niet. Sterker nog, zij vergen zoveel van de plant of boom dat deze er uiteindelijk ziek van wordt en vaak ook afsterft. De essentaksterfte is daar een sprekend voorbeeld van. Deze wordt veroorzaakt door het vals essenvlieskelkje (Hymenoscyphus fraxineus). Deze schimmel infecteert de es (Fraxinus excelsior) via het blad en tast vervolgens de bast aan waarbij de sapstroom van de boom wordt verstoord. Dit is te zien aan de verdorring van de bladeren en afsterven van twijgen en takken. Het komt dan ook veelvuldig voor dat takken (ook hele dikke) spontaan afbreken. Alsof dat nog niet erg genoeg is voor de es kan deze ook nog bedreigd worden door de honingzwam (Armillaria spec.). Deze zwam heeft het met name op al verzwakte bomen gemunt en tast het wortelstelsel aan. Zodanig dat ook deze afsterven en spontaan breken. De boom kan dan bij het minste of geringste omvallen. Andere voorbeelden van parasitaire schimmels zijn de tonderzwammen (Ganoderma spec.) en de berkenzwam (Piptoporus betulinus).

Dood hout doet leven

De derde groep, de saprofyten, zijn de opruimers onder de schimmels. Zij vestigen zich in dood organisch materiaal, zoals dode bomen. Met behulp van enzymen zijn zij in staat het hout af te breken en de stoffen die hier bij vrijkomen worden weer door bacteriën omgezet in voedingsstoffen voor bomen en planten. Zij zijn een belangrijk onderdeel van de kringloop. De schimmeldraden van deze paddenstoelen zitten niet in de grond, maar vestigen zich in de omgevallen bomen. Veel van deze schimmels vormen ook weer vruchtlichamen, die zich meest in de herfst laten zien. Bekende soorten zijn het geslacht van de elfenbankjes (Trametes spec.) en van de zwavelkopjes (Hypholoma spec.).

Dansende heksen

De ondergrondse schimmeldraden, in “vaktermen” het mycelium of zwamvlok genoemd, zijn soms zichtbaar als je in een bos een stukje van de bovenste grondlagen omwoelt. Vaak zijn de schimmeldraden wit van kleur, maar ze kunnen ook andere kleuren hebben. De meeste schimmels vormen een paddenstoel aan de uiteinden van de zwamvlok. De reden hiervoor is dat de meeste voedingsstoffen voor het mycelium zich aan het uiteinde bevinden, de meest gunstige plaats om een vruchtlichaam te vormen. Omdat een zwamvlok vanuit de ontkiemde spore over het algemeen tegelijk in alle richtingen groeit zal deze dus vaak een cirkelvorm hebben. Als de paddenstoelen vervolgens aan het uiteinde boven de grond komen, staan deze in een mooie cirkel. En zo ontstaat een heksenkring. Dat heeft dus niks met dansende heksen of feestende schoonmoeders te maken. Overigens kan zo’n heksenkring behoorlijke afmetingen hebben. De oudste die ontdekt is, is 700 jaar oud. Deze is alleen vanuit de lucht zichtbaar en heeft een respectabele diameter van 1 kilometer.

Grootste levende organisme ter wereld

En ook op een ander vlak zijn paddenstoelen recordhouder. Niet de blauwe vinvis (Balaenoptera musculus) of de gigantische kustsequoia (Sequoia sempervirens) – met zijn ruim 115 meter de hoogste boom op aarde – hebben de eretitel van grootste levende organisme. Want ook die eer komt een schimmel toe! In – waar anders – de Verenigde Staten en wel in de staat Oregon is een mycelium van een sombere honingzwam (Armillaria ostoyae) ontdekt met een oppervlakte van maar liefst 965 hectare. Dat is dus 9,56 km2 ofwel ruim 1400 voetbalvelden (naar KNVB-maatstaven in ieder geval). Door middel van DNA-onderzoek van honderden monsters van het mycelium heeft men kunnen aantonen dat het hier om een en hetzelfde organisme gaat. Overigens heeft dit mycelium een geschat gewicht van 544 ton, ook dat is zeer respectabel te noemen!

4800 soorten

Er valt nog zoveel te schrijven over paddenstoelen, maar het wordt tijd dat ik stop met mijn gezwam. Hieronder enkele foto’s van paddenstoelen en zwammen. Daarbij wel een kleine kanttekening, want omdat ik

  • geen paddenstoelendeskundige (ofwel een mycoloog) ben,
  • een boek hierover nog ontbreekt in mijn bibliotheek (je moet wat te wensen overhouden),
  • er zo’n 4800 soorten paddenstoelen in ons land voorkomen en
  • sommigen alleen met microscopisch onderzoek van elkaar te onderscheiden zijn

zullen de namen wellicht niet altijd de juiste zijn. Als dat zo is, dan hou ik me graag aanbevolen voor verbeteringen. Uiteraard zou ik haast zeggen! Want een dag niet geleerd is een dag niet gelachen, toch?

Bij de foto’s:
De eerste vier foto’s zijn van de knolparasolzwam (Chlorophyllum rhacodes). De eerste drie geven verschillende stadia van de zwam aan. De eerste kleine met de donkerbruine hoed is het allereerste stadium waarbij de paddenstoel net boven de grond komt. De tweede is het knolstadium, waarbij het beschermende vlies (velum) wel al opengescheurd is wat de donkere stippen veroorzaakt. De derde is dezelfde paddenstoel, maar dan enkele dagen later en staat hij helemaal open in de parasolvorm.

Bronnen:

Dit bericht heeft 22 reacties

  1. Catherine Boone

    Opnieuw een blog waarin jij veel kan te weten komen in beeld en woord. Een absolute aanrader voor wie wilt kennis maken met deze sieraden van de herfst.

  2. Thom Velzen

    Hoi Theo,
    Prachtig! Ik wist niets van dat gezwam, maar ik ben zeer geïnteresseerd geraakt!
    Dank je wel!
    Groet
    Thom

  3. Marc Stalmans

    Heel erg toffe tekst! Vanuit Vlaanderen een dikke proficiat, en doe zeker zo verder! Ik volg mee… Dankjewel ?

    1. Theo

      Dankjewel Marc. Welkom als volger van mijn blogje!

  4. carla

    leuk geschreven en informatief
    ik vind ze erg leuk de verschillende paddenstoelen.

  5. Tineke Hemelsoet

    Hoi Theo, de herfst…(dus de paddestoelen ) is mijn favoriete jaargetijd…altijd opzoek naar exemplaren die ik nog niet heb…of kijken voor een mooie omgeving en proberen de paddestoelen mooi te fotograferen…heb je blog met interesse gelezen en idd leuk omschreven.
    Groetjes Tineke

    1. Theo

      Dank je Tineke 🙂 Paddenstoelen hebben nog niet zo mijn aandacht, maar wat niet is kan nog komen.

  6. Marina Govaert de Groene

    Mooi Theo, de biologielessen van vroeger komen weer boven. Ik zie ook altijd en overal wat de natuur in petto heeft en soms zelfs heel toevallig dat mijn oog ergens op valt. En dan zo’n stukje over de redenen, het waarom van alles. Eten of gegeten worden. De sterkste overleefd het.

  7. Madelon

    Mooie verhalen, lees ze met veel plezier en hier en daar nog leerzaam ook…Top
    Groet Madelon.

    1. Theo

      Dank je Madelon :-). Dat zijn ook belangrijke doelen van mijn blogjes: leerzaam met een glimlach 😉

  8. wilmavankaathoven@live.nl

    Theo ook ik heb weer genoten van alles. Doordat het niet te groot is, is er altijd tijd om dit tussendoor te lezen. Dank je wel.

  9. miek

    fantastisch, handig naslagwerk ook, prachtige foto’s! dank je Theo!!!!

  10. Tjeerd

    Ahoy Theo,

    We wisten het al lang maar jij kan goed zwammen 😉

    Leuk informatief blogje!

    Groet, Tjeerd

Geef een reactie